Kruisweg

In onze kerk hangen twee kruiswegen op: één in OLV kapel, en één op de muren van beide zijbeuken. Deze laatste is een kopie van een bijzonder werk. 
ZichtOpZijbeukKruisweg
Zijbeuk met zicht op enkele statiën van de kruisweg
Maar misschien eerst nog iets over wat een kruisweg precies is... 

Kruiswegstatiën?

Een kruisweg bestaat uit 14 haltes of statiën, sleutelmomenten in het lijdensverhaal van Christus. Vroeger trok men biddend en mediterend langs elk van deze statiën, vaak op Goede Vrijdag, ter voorbereiding van Pasen. Je kon het vergelijken met een soort van pelgrimage, maar dan niet in Jeruzalem langs de Via Dolorosa, maar wel gewoon in de thuiskerk.
ViaDolorosaStatie8
Statie 8 op de Via Dolorosa, Jeruzalem
De idee voor zo'n gebeden kruisweg, zou vooral gepromoot geweest zijn door Sint-Franciscus, en bij uitbreiding, de Franciscanen. Zij hadden in Jeruzalem zelf - na de kruistochten - alle heilige plaatsen onder hun hoede gekregen van de toenmalige sultan. En de Franciscanen (en Kapucijnen) hebben veel aandacht voor de (lijdende) mens in Christus, naast zijn goddelijke karakter.  

 

Originele kruisweg door Hendrickx en Vinck

De originele kruisweg hangt in de OLV Kathedraal van Antwerpen en werd gemaakt door Louis Hendrickx (staties 1-4 en 12-14) en Frans Vinck (de andere) tussen 1864 en 1868. Hendrickx (°Peer, 1827) behoorde tot de betere schilders van België, die kort na 1850 bedrijvig waren. Met zijn godsdienstige taferelen was hij toonaangevend in België en Nederland. Ook Frans Vinck (°1827, Antwerpen) schilderde bijbelse taferelen, naast o.a. historische taferelen die vaak gesitueerd zijn in de Middeleeuwen of de Renaissance.
 
Deze kruisweg bleek heel populair te zijn en er werden dan ook veel replica's van gemaakt, zowel voor binnen- als buitenland, en dus ook voor de Paters Kapucijnen en hun "nieuwe" Aalsterse kerk. 
 

"Meesterlijke" kopie

De kopie die in onze kerk hangt werd gemaakt in de werkhuizen van Karel Beyaert in Brugge (Mariastraat). Het is onduidelijk wie het geschilderd heeft. K. Beyaert besteedde zijn opdrachten uit aan vaklieden en ateliers waarmee het huis samenwerkte. Van de kruisweg in Antwerpen, leverde dit huis 6 verschillende soorten kopieën, naargelang de noden en het bedrag dat men er aan wou besteden: 
 
  • zeer kunstige uitvoering
  • kunstige uitvoering
  • decoratieve uitvoering
  • voor een in de hoogte uitgewerkte uitvoering
  • vereenvoudigde versie
  • tot 4 à 5 figuren gereduceerde versie
Onze kruisweg werd in de loop van 1911 in de kerk geplaatst. Volgens de aantekeningen die de pastoor toen maakte, is het een "meesterlijke" kopie.  
 

Appreciate van het Antwerpse kunstwerk 

De kruisweg van Hendrickx en Vinck is een voorbeeld van hoe er in het midden van de 19de eeuw teruggegrepen werd naar de traditie van de Vlaamse Primitieven en de fijnschilderkunst van de vijftiende en zestiende eeuw. Wie goed naar de achtergrond en kledij kijkt, merkt dat het lijdensverhaal zich lijkt af te spelen in een laat-middeleeuwse, Vlaamse stad. Historisch gezien is dit niet echt correct te noemen, maar er is mogelijks ook een meer symbolische reden: het lijden van, én de verlossing door Christus is voor allen, voor alle volkeren, over alle eeuwen heen.  
 
Alfons Dekkers schreef in de kunstgids - een maandschrift voor kunst, letteren en oudheden - dat werk het werk door en door Vlaams is, van opvatting maar ook van kleurenpalet. De kleur is warm, rijk, vol pit en leven, helder en schitterend. Dezelfde auteur vindt de samenstelling is voortreffelijk en dat sommige figuren bijzonder karaktervol en levendig zijn getekend. Nog volgens deze persoon is de dramatische kracht die in de taferelen wordt verkregen door sobere gebaren overweldigend en heerst een diep godsdienstig gevoel in het werk, zodat de toeschouwer wordt ontroerd door dit goddelijke lijdensverhaal. 
KruiswegStatie8
Detail van statie 8, kruisweg in Sint-Antoniuskerk
Zin om zelf eens te kijken en dit werk te appreciëren? Misschien ben je er al heel vaak voorbije gewandeld, zonder veel aandacht aan te geven. Het is waar, de lichtinval is niet altijd gunstig, en de tijd heeft een waas over de schilderijen getrokken. Maar er valt wél veel te ontdekken op elke statie.  
 
Bijvoorbeeld, op statie 13 zouden de figuren uiterst links en rechts de gebroeders van Eyck voorstellen. Jan van Eyck met de olie (rechts) en zijn broer Hubert met de doornenkroon links. De goudkleurige cape die deze laatste draagt, samen met de doornenkroon in zijn hand, zou een verwijzing zijn naar een distelvink (of soms putter genoemd), een soort vink dat op schilderijen met Maria en de kleine Jezus soms is te zien als symbool voor de voorkennis die ze hadden van het lijden en de dood van Jezus. Een distelvink eet zaden uit planten die heel moeilijk toegankelijk zijn (met stekers op zoals distels), vandaar de link tussen dit vogeltje en de doornenkroon.
KruiswegStatie13
Statie 13 in de Antwerpse kathedraal
Dit vergt natuurlijk expertenkennis. Maar er zijn ook dingen bij die in ons geheugen zitten: zo zie je bijvoorbeeld hoe Pontius Pilatus zijn handen wast in onschuld bij de veroordeling van Jezus in de eerste halte. Maar laat u vooral treffen door de blikken die worden uitgewisseld tussen de personages op de schilderijen ... en met ons?  
KruiswegStatie
 

Restauratie kruiswegKruiswegStatie8

In 2021 is de 110-jaar oude kruisweg vervuild. Stapsgewijs werden alle statiën door het atelier Tempera in de Nieuwbeekstraat gerestaureerd. De grote impact van de restauratie is te zien op de foto’s van de zevende statie, genomen in het restauratie-atelier. 

Sint Antonius KruiswegStatie7

Sint Antonius ReinigingKruiswegTempera3

Dank aan de mensen die hebben geholpen met een edelmoedige bijdrage.

Voor diegenen die zich afvragen of er nog een tweede eeuw toekomst zit in de kruisweg … Wel, mocht onze kerk eens niet meer van dienst zijn, dan wordt het als kunstpatrimonium in het Franciscaans museum De Mindere in Sint-Truiden opgehangen.

Brood om van te leven

In Johannes 6, vers 24-35, zegt Jezus “Ik ben het brood om van te leven; wie tot Mij komt, zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft, zal nooit meer dorst krijgen.” Het manna dat in de woestijn uit de hemel valt, de wonderbaarlijke brood- en visvermenigvuldiging, de interactie van Jezus met een Samaritaanse vrouw rond een waterput … telkens waren het tekenen wat het “ware leven” geeft. “In Jezus wordt de nabijheid van Gods’ warmhartige en barmhartige liefde die ons van binnenuit vernieuwt, zichtbaar. Jezus wakkert onze hunker naar dat ware leven aan”, schrijft Isabelle Desmidt in haar reflectie rond deze lezing (Kerk&Leven).

"Zie het Brood der Engelen, voedsel voor iedereen die onderweg is"

Wie de kerk bezoekt, wordt hieraan visueel herinnerd … tenminste als je héél goede ogen hebt. Het hoogaltaar wordt gesierd door de volgende tekst: “Ecce panis angelorum, factus cibus viatorum”, vrij vertaald “Zie, het brood der engelen, voedsel voor iedereen die onderweg is”.

EccePanisjpg

Dit is de eerste strofe van een middeleeuws gedicht ontleend aan Thomas van Aquino, een invloedrijke Italiaanse theoloog en filosoof. Je kan ervan genieten in onderstaande opname en - zo u wil - de lyrics meevolgen. 

EccePanisAngelorum

 

Moge dat brood ons telkens opnieuw geleiden, beschermen en het goede doen zien. Tenslotte zijn we ergens altijd "en route" volgens Tourist LeMC - of, zoals Stef Bos ooit zong, tussen de liefde en de leegte.

 

     

 

Glasraam in de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Troost

Het glasraam is de eye catcher in de kapel. Het werd in april 1914 in de kapel geplaatst en is het werk van de heer Jules Dobbelaere (1859-1916) die een internationaal bekend glazeniersatelier had in Brugge. Het stelt de verheerlijking van Onze-Lieve-Vrouw door de Franciscaanse Orde voor. Speciaal gemaakt voor deze Kapucijnse kloosterkerk dus!  

Verheerlijking

Aanbidding van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen door leden van de Franciscaanse familie

Door en door goed

Wat er precies afgebeeld wordt op het glasraam is in feite voor discussie vatbaar.

Enerzijds vind je er elementen in terug die verwijzen naar Maria Ten Hemelopneming. Dat vermoeden wordt gesterkt omdat zij in de hemel zal worden gekroond door de Heilige Drievuldigheid – de Vader, Zoon en Heilige Geest – omringd door talrijke engelen. Ze wordt gekroond tot "Koningin van hemel en aarde". De kroning van Maria wordt vaak gebruikt in schilderwerken van haar ten hemelopneming. 

HDrieEenheid

Detail van het glasraam in de OLV kapel - Heilige Drieëenheid met in hun handen de kroon voor Maria

Anderzijds geeft de kunstenaar letterlijk in woorden aan dat dit gaat over Maria's onbevlekte ontvangenis. Onbevlekt ontvangen heeft trouwens helemaal niets te maken met haar maagdelijkheid, maar wél dat Maria vrij van zonde is, en daardoor dus de moeder van Jezus, van God zelf, kan zijn. Hoe dit precies allemaal in elkaar zit, wordt in het lang en breed uitgelegd in het Kerknet-artikel Hogere wiskunde en diepe grond van Maria's Onbevlekte Ontvangenis.

Geen eenvoudige materie dus, ook niet voor de kunstenaars die dit moeten proberen uitbeelden! Ze namen hiervoor vaak een beeld aan van Johannes, zoals hij neerschreef in zijn Apocalyps (12, 1): "En er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren". De aandachtige kijker ziet de stralen van de zon op de achtergrond van het glasraam, de maan als halve sikkel staat achter Maria, en een aureool met twaalf sterren omringd haar hoofd. Zij vertrappelt tegelijk het kwade, de slang onder haar voet. Maria is door en door goed.

OLVTroostGlasMaria2

Detail van het glasraam in de OLV kapel - Maria met kroon van 12 sterren

Maria Onbevlekt Ontvangen is patrones van de minderbroeders. Franciscaanse theologen hebben zich eeuwenlang ingezet voor de erkenning dat Maria onbevlekt ontvangen is.

Heiligen, een koning en een prinses

Het loont ook de moeite eens te kijken wie allemaal Maria verheerlijkt. Herkent u enkele personages? Sint-Franciscus, met stigmata in zijn handen, staat uiterst rechts. De persoon uiterst links is Bonaventura (1221-1274), een franciscaans theoloog en filosoof, ook belangrijke kerkhervormer. En hij schreef een biografie over Sint-Franciscus. Sint-Antonius zit aan de voeten van Onze-Lieve-Vrouw en heeft een pen en boek in de handen. Drie belangrijke franciscaanse broeders dus. 

De twee andere personages zijn moeilijker te herkennen. Toch worden er voldoende aanwijzingen gegeven om argumenteren wie de glasschilder in gedachten had. Het gaat over twee patronen van de derde orde, de lekenorde van de franciscanen. Dit zijn mensen die niet intreden in een klooster, maar wel proberen te leven volgens de leefregels van Sint-Franciscus.

De knielende man links vooraan is een Franse koning, te herkennen aan de kroon en blauwe koningsmantel met franse leliën die hij net heeft afgelegd. Dit is Lodewijk IX de heilige (1214-1270), koning van Frankrijk. Hij regeerde met wijsheid en rechtvaardigheid, bestreed allerlei maatschappelijke en kerkelijke mistoestanden en bevorderde de wetenschap. Hij was een van de eersten die toetrad tot de Derde Orde van Sint-Franciscus. Hij stichtte veel hospitalen en ziekenhuizen, waar hij soms in eigen persoon bij de verpleging kwam helpen.

Lodewijk

Lodewijk IX - koning van Frankrijk, patroon van de Franciscaanse Derde Orde, let op de mantel, kroon en scepter 

De knielende dame rechts vooraan is Elisabeth van Thuringen (1207-1231), dochter van de toenmalige koning van Hongarije. Zij had veel aandacht voor de armen. Toen in 1225-26 grote hongersnood uitbrak, stelde zij alle voorraden in de koninklijke schuren en opslagplaatsen ter beschikking van de talrijke noodlijdenden van die dagen. Maar dit was heel erg tegen de zin van haar schoonfamilie. Op een keer werd ze betrapt toen ze brood naar de armen ging brengen. Ze moest tonen wat ze onder haar rok had verborgen. Maar toen ze deze optilde, vielen er allemaal rozen uit... Nadat haar man omkwam, werd ze samen met haar kinderen verdreven van het paleis. Na veel ontberingen legde ze de geloften af die hoorden bij de lekenorde van Sint Franciscus. Ze stichtte een hospitaal (vele hospitalen werden genoemd naar Sint-Elisabeth, ook in Aalst) en betoonde zich een voorbeeldig verzorgster van armen en zieken. Midden in haar bezigheden stierf ze, waarschijnlijk uitgeput door een al te strenge boetvaardigheid; op dat moment was ze pas vierentwintig jaar oud. 

Elisabeth2

Elisabeth van Thuringen, patrones van de Franciscaanse Derde Orde - let op de rozen die onder haar rokken uit vallen

Kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Troost

Onze kerk huist ook binnenin een kapel die speciaal is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Soms vind je er nog mensen vertoevend in gebed, tijdens de kerstperiode, in de meimaand, of op gewone dagen in het jaar. Ook de weekvieringen op dinsdag ter ere van Sint-Antonius en op woensdag ter ere van Pater Pio gaan hier door. Toch is het geen plaats die opvalt in de kerk, links van het koor, wat weggestoken rechtsachter de volkse heilige Sint-Antonius. Niettemin werd tot voor enkele jaren in deze kapel iedere maand een Mariaprocessie gehouden en kwamen er dagelijks mensen bidden tot het beeldje van “Onze-Lieve-Vrouw van Troost in Nood”. Het had een grote aantrekkingskracht op de mensen die de historiek en waarde ervan kenden. 

OLVTroostKapel2020s

Glasraam 

Het glasraam is de eye catcher in de kapel.Zie Glasraam in OLV kapel

Miraculeus beeldje

Net onder het glasraam staat een draagnis met daarin een Mariabeeld. 

Het wordt wat bemoeilijkt door het tegenlicht van het glasraam, maar wie goed kijkt, ziet hoe prachtig het gesculpteerde houtwerk van de draagnis is. Deze werd gemaakt door Hippolyte Fonteyne, een beeldhouwer uit Brugge, volgens de tekening van bouwkundige (stadsarchitect) Jules Goethals (1855-1918). 

DetailDraagnis

Detail van de prachtig gesculpteerde draagnis voor Onze-Lieve-Vrouw van Troost

Inhuldiging van het beeldje

Op Onze-Lieve-Heer Hemelvaart van 1 mei 1913 werd onder grote volkstoeloop een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw in onze kerk ingehuldigd. Het zou voortaan aanroepen worden als Onze-Lieve-Vrouw van Troost.

InhuldigingOLVTroost DeVolksstem30april1913

Extract uit De Volksstem 30 april, 1913 (Bron Made in Aalst, Mediabank, Krantenarchief)

Het beeldje had een bijzondere aantrekkingskracht op allen die de historiek en waarde ervan kenden. In 1146 kwam de H. Bernardus, abt van het Bourgondische klooster van Clairvaux, in onze streken om, in opdracht van de paus, een tweede kruistocht te prediken. Van deze reis maakte hij gebruik om de abdij van Affligem te bezoeken. Bernardus was een vrome Mariavereerder en hij had de gewoonte om elk beeld van O.-L.-Vrouw te begroeten met een “Ave Maria”. Toen hij in in Affligem een groot Mariabeeld begroette zou hij een minzame wedergroet “Salve Bernarde” gekregen hebben. In de abdij van Affligem vereerde men daarom sinds eeuwen dat grote beeld van O.L. Vrouw. 

OrigineelBeeldje2

Het wonderlijke beeldje Onze-Lieve-Vrouw van Troost in haar draagnis (Bron: De Kapucijnen 50 jaar in Aalst, 1959)

Nadat het tijdens de Beeldenstorm in 1580 werd verbrijzeld, werden uit de overgebleven stukken in 1605 twee grotere en verschillende kleinere beeldjes gebeiteld. Eén ervan werd door een monnik van de abdij meegenomen op zijn vlucht gedurende de Franse bezetting van 1798 en aan zijn familie geschonken. Deze schonk het op haar beurt aan de paters Kapucijnen van Brugge. In 1889 werd bij een vergelijkende studie in Affligem bevestigd dat het kleinere beeldje in bezit van de paters Kapucijnen werkelijk uit het grote wonderlijke beeld was gesneden. In 1913, op de vooravond van Onze-Lieve-Heer Hemelvaart werd het dus naar de kloosterkerk in Aalst overgebracht.

OrigineelBeeldje

Een foto uit de oude doos waarop het originele wonderlijke beeldje nog te zien is

Bovenstaande is een oude foto waarop dit wonderlijke beeldje nog is te zien. In 2006 werd het spijtig genoeg gestolen. 

Nu prijkt er een (misschien) niet zo miraculeus, maar toch ook wel bijzonder elegant Mariabeeld.

DetailMaria

Detail met het huidige beeldje van Onze-Lieve-Vrouw

Middeleeuws kersttafereel

Op de muur net achter het altaar werd een retabel bestaande uit drie delen (triptiek) bevestigd. De schilder is onbekend (mogelijks één van de paters?) maar de voorstelling zelf is wél bekend. Het is immers een kopij van "de triptiek van Jan Floreins" die in 1479 door de bekende Vlaamse Primitief Hans Memling werd geschilderd in opdracht van broeder Jan Floreins, broeder in het Oud Sint-Janshospitaal in Brugge. Het origineel is nog te bewonderen in het Memling museum.

Volledig

Retabel in de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Troost in de Sint-Antoniuskerk

Dergelijke triptieken waren heel populair in de 15de eeuw. Memlings keuze voor de geboorte van Jezus op het linker paneel, de aanbidding door de wijzen centraal en de opdracht in de tempel op het rechterpaneel, legt wel sterk de nadruk op het kindje zelf. Typisch is ook de achtergrond: een glooiend, misschien wel Vlaams, middeleeuws landschap. De drie wijzen, later koningen genoemd, vertegenwoordigen alle volkeren, en verwijzen naar de drie continenten die toen gekend waren: Europa, Azië en Afrika. De wijzen hebben typisch ook een verschillende leeftijd: van het "oude" Europa naar het "jonge" Afrika. Ze brengen goud, wierook en mirre.  

Mocht u zich bij het bekijken van dit werk vragen of ook hier opnieuw een franciscaanse broeder als toeschouwer figureert ... neen, toch niet. Het is de opdrachtgever zelf, broeder Jan, die bij het lezen van het Matteüs-evangelie over de aanbidding door de wijzen het gehele tafereel als een soort van visoen voor zich uit ziet gebeuren. .   

BroederJanMemling

Detail uit de triptiek van Memling, met focus op Broeder Jan Floreins en één van de drie wijzen (uit Azië?). 

Onze schilder heeft alleszins wel enige details aangepast. Vergelijk maar het kindje Jezus op het paneel van de geboorte, zoals geschilderd door Memling met zijn interpretatie. 

GeboorteMemling

 Geboorte van Christus - linkerpaneel van Memlings's triptiek voor Jan Floreins - merk ook de ster op boven de stal

GeboorteWS

 Geboorte van Christus - linkerpaneel van het retabel in de Sint-Antoniuskerk

Op 4 oktober vieren we werelddierendag of - onder gelovigen - het feest van Sint-Franciscus. Eén van de meest gekende en tot de verbeelding sprekende heiligen… en toch staat in de kerk bij zijn altaar slechts zelden een kaarsje te branden. De waarden die nauw aan Franciscus’ hart lagen, zijn nochtans bijzonder actueel.

AltaarFrans

Curriculum vitae

Franciscus werd eind 12de eeuw (1181 of 1182) geboren in Assisi als Giovanni di Pietro Bernardone, zoon van een rijke lakenkoopman. Maar hij kreeg later een andere roepnaam, Francesco. Hij wou ridder worden en gedroeg zich ook wat als een troubadour. Op zijn twintigste werd hij gevangen genomen bij een veldslag. Toen hij kort daarna zwaar ziek werd, begon hij steeds vaker na te denken over de zin van zijn leven, én over God.

Op een dag ontmoette Franciscus melaatsen. Zij werden toen door de maatschappij uitgestoten. Diep getroffen door hun leed, zou hij vanaf dat moment steeds partij kiezen voor de zwakkeren en verdrukten. Franciscus begon te leven als een kluizenaar in armoede, gebed, en dienstbaarheid aan de armen. Tijdens één van zijn gebeden, gaf Christus hem de opdracht Zijn huis te herstellen. In de buurt staat het vervallen kerkje San Damiano, en Franciscus knapt het helemaal op.

KluizenaarFrans2

Staat Franciscus' visioen uitgebeeld op het schilderij? Het doodshoofd dat u ziet rechts van de Bijbel, wordt vaak gebruikt bij voorstellingen van Sint-Franciscus. Het is een symbool voor zijn totale onthechtheid aan luxe.

Franciscus is aanvankelijk niet echt een geestelijke, maar verschillende mensen sluiten zich toch bij zijn levensstijl aan. Wanneer hij zijn 3 geloften “armoede, kuisheid en gehoorzaamheid” op papier zet, ontstaat de kloosterorde van de Franciscanen. De drie knopen in de gordel om hun bruine habijt verwijzen naar deze 3 leefregels. Naast een orde van broeders, richt Franciscus ook nog een orde van zusters op geleid door de Heilige Clara (Clarissen). En er ontstaat ook een lekenorde.

LekenOrdeFrans2

Het schilderij toont wellicht de opname van een man en vrouw tot de Franciscaanse lekenorde. 

Op het einde van zijn leven, kreeg Franciscus stigmata. Dit zijn dezelfde wonden in handen, voeten en borst die Jezus had bij zijn kruisiging. Hij overleed op 3 oktober 1226 in de kapel nabij Assisi waar hij zeer vaak verbleef. Op 4 oktober werd het lichaam van Franciscus, voor zijn begrafenis, in een processie door de stad gevoerd. Deze datum werd uiteindelijk gekozen als zijn feestdag.

Zorg voor de schepping

De liefde van Franciscus voor de natuur wordt verhaald in allerlei legendes met dieren in de hoofdrol: vogels, een ezel, een worm en de wolf van het dorpje Gubbio.

In 1224, Franciscus was herstellende van een ziekte en eigenlijk ook al bijna volledig blind, schrijft hij het eerst deel van zijn "Zonnelied" waarin hij God dankt voor de schepping. In alles rondom hem zag hij de zorgende hand van God! Dat maakte ook dat hij die schepping met respect en zorg benaderde... Midden in ditzelfde lied brengt hij hulde aan mensen die kunnen vergeven en die hun lijden met geduld dragen. Het eindigt met een passage die naar verluidt geschreven zou zijn luttele minuten voor Franciscus ook echt heengaat, en waarin hij zich zelfs verzoent met de dood. 

Naar aanleiding van het "Laudato Si" jaar dat startte op 24 mei 2020, bracht Kerknet een reeks uit waarin acht verschillende mensen hun eigen versie van het Zonnelied mochten schrijven en voorstellen. Er volgde naderhand nog een negende versie (U prijs ik om de liefde). Of hoe het zonnelied - en werkelijk alle aspecten daarvan - ook nu nog heel wat weerklank vindt. Ik verzamel ze hieronder nogmaals:

Wees geprezen door zuster corona
Wees geprezen door alle schepselen
Wees geprezen allerzaligste
Wees geprezen om moeder lijf
Loflied voor straatbewoners
Wees geprezen van vroeg tot laat
Wees geprezen voor de beek van mijn herinnering
Wees geprezen, zwijgen kan niet meer

Ik deel hieronder mijn favoriete versie, maar wat is de jouwe?

 

Zorg voor de vrede

In volle kruistochttijd stelde Sint-Franciscus een profetisch teken: in augustus 1219 organiseerde hij een vredesmissie - hij zou praten met de sultan van Egypte, de gedoodverfde vijand. Hij wou als enkeling de spiraal van geweld doorbreken. De sultan deed daarop verschillende vredesvoorstellen, die helaas afgewezen werden door de christelijke veldheren. De franciscanen werden daarentegen - en zijn tot op vandaag - de bewaarders van de christelijke heilige plaatsen in Jeruzalem. Sint-Franciscus zou heel zijn verdere leven blijven verlangen naar een broederschap met veel meer universeel karakter, over de grenzen van de bestaande religieuze groepen heen.

Het bekende gebed om vrede wordt vaak toegedicht aan Sint-Franciscus. Of hij ook echt de schrijver is, is niet duidelijk. De tekst bevat wel meerdere overeenkomsten met uitspraken gedaan door één van de eerste volgelingen van Franciscus.

Het gebed werd ook meermaals ingezongen. Hieronder een versie van Sarah McLachlan.

Hoe herken je Franciscus tussen andere heiligenbeelden?

Franciscus draagt net als andere franciscaanse broeders een bruine pij met kap en witte koord met daarin drie knopen die verwijzen naar de drie geloften van de kloosterorde (armoede, kuisheid en gehoorzaamheid) die hij stichtte.

StigmataFrans

Maar hoe kan je hem onderscheiden van andere Franciscaanse heiligen zoals bijvoorbeeld, Sint-Antonius? Wel, Franciscus herken je door de stigmata. Dit zijn dezelfde wonden in handen, voeten en borst die Jezus had bij zijn kruisiging. Franciscus kreeg deze op het einde van zijn leven. Met deze tips kan je eender waar deze heilige herkennen, bijvoorbeeld ook op het grote glasraam boven het hoogaltaar en het glasraam van de O.L. Vrouwkapel.

Het zit in de details ...

Het loont eigenlijk wel de moeite dit altaar eens van dichterbij te bekijken. Het werd in maart 1912 - na vervaardiging in het atelier van Karel Beyaert (Brugge) - in onze kerk geplaatst, als gift van de Derde Orde, de Franciscaanse lekenorde. Het houtsnijwerk telt zoveel mooie ornamenten. Maar, wisten jullie dat er zelfs een griffioen of gelijkaardig mythisch wezen (symbool voor het kwade) in de Sint-Antoniuskerk zit? Kijk maar eens goed onder de voeten van Sint-Franciscus ... Het is een wezen met schubben, een drakenkop en vleugels.  

DraakFrans2

Links en rechts van de griffioen worden op het retabel nog eens 6 heiligen afgebeeld. Ook hier zit het in de details om ze te herkennen...Wellicht gaat het over Lodewijk IX (koning Frankrijk), Rochus (zie ook Rubens schilderij "De pestlijders" in de Sint-Martinuskerk) en Joannes Maria Vianney, want betreft de mannelijke heiligen. En de drie vrouwelijke heiligen zijn vermoedelijk Elisabeth van Thuringen, Giacinta Mariscotti en Thérèse van Lisieux. 

Vinden jullie ook dat Sint-Franciscus er een beetje raar bij staat? Hij lijkt zich niets van de kerk zelf aan te trekken, hij kijkt zelfs weg van het gebeuren ... Dit kan toch zo niet bedoeld geweest zijn? Inderdaad niet ... Beeld je eens in dat Sint-Franciscus en Sint-Antonius van plaats zouden verwisselen. Dát zou beide heiligenbeelden veel beter tot hun recht laten komen. Dat zou Franciscus opkijken naar het triomfkruis. En bij Antonius zou het kindje naar de viering van de kerk kijken. En zo was het ook zo oorspronkelijk bedoeld! Op een oude postkaart van de kerk kan je nog niet zien dat Franciscus' altaar eigenlijk aan de andere kant van de kerk was...

PostkaartKerk

Oude postkaart met zicht op de kloosterkerk van de Paters Kapucijnen. Het volksaltaar stond er nog niet waardoor we recht op het hoogaltaar kijken. Ook het oksaal - het orgelbalkon rechts voor in de kerk - was er ook nog niet of alleszins niet zo groot als nu. En, het heiligenbeeld ter hoogte van het huidige Sint-Antoniusaltaar (links in kerk) is niet dat van Sint-Antonius, maar wel Sint-Franciscus. Je ziet nog net hoe zijn linkerhand het stigmatum op zijn borst toont. 

Waarom heeft men beide altaren dan verwisseld? We hebben er het raden naar ... maar wellicht sprak Sint-Antonius veel meer mensen aan (kaarsje branden, bidden) en "verdiende" deze laatste heilige daarom de lichtrijke plaats links voor in de kerk. Franciscus daarentegen werd verplaatst onder het oksaal rechts voor in de kerk.