Hoog bezoek

Vorige maand was de nieuwe bisschop op bezoek in onze stad. Mede door de versoepelde coronamaatregelen wou de pas aangestelde leidsman zijn kennismaking met de parochies niet langer uitstellen. In de voormiddag stond een officiële ontmoeting met het parochieteam gepland maar ’s namiddags kon iedereen hem persoonlijk enkele vragen stellen.

Ik besloot mijn kans te wagen.

Toevallig het ‘goeie moment’ gekozen? In ieder geval duurde het niet lang alvorens de sacristiedeur voor mij openging.  Onmiddellijk verscheen een glimlach op zijn gelaat toen ik spontaan vroeg “of dit allemaal niet te vermoeiend was voor hem?” Het ijs was helemaal gebroken toen ik hem vertelde dat ik eigenlijk een Brusselaar was die een paar jaar geleden in deze stad verzeild geraakte. Hierdoor had ik onbewust zijn belangstelling gewekt want bleek dat hij regelmatig orgelles volgde in mijn vroegere parochiekerk bij Bernard Foccroule, de latere directeur van de Munt! Ik woonde amper 500 meter verder, gewoon om de hoek.

"Die van hierboven heeft dat allemaal goed geregeld ..."

Eigenlijk had het gesprek zich van dan af kunnen beperken tot het geliefkoosde onderwerp tussen twee geboeide muzikanten.  Het is inderdaad algemeen geweten dat deze voormalige abt van Orval node afscheid nam van een beloftevolle carrière in de muziekwereld. Het werd een innerlijke strijd die hem jarenlang achtervolgde. Toen ik hem hier op wees, maakte hij er zich vergoelijkend van af met: “Die van Hierboven heeft dat allemaal goed geregeld...”.

Ach, een mens zou meer tijd moeten kunnen doorbrengen met zulke bezielde en bekwame mensen om vrijuit over dieperliggende kwesties van geloof en ongeloof, leven en dood te praten. Zonder mijn concrete vragen te willen ontwijken, kon mijn gesprekspartner deze in een ruimer perspectief plaatsen: ver weg van catechismus, encyclieken en dogmatieke uitspraken. Een verademing.

"De Herder loopt naast en tussen Zijn schapen ... een beeld van de Kerk 2.0?"

Kerken lopen leeg. Het wordt in den treure herhaald. “We leven in een seculiere samenleving” laat pater Paul van de Sint-Antoniusparochie optekenen in het parochieblad n.a.v. het dalende aantal eerste communicanten. 

De Kerk heeft zijn volgelingen te lang onderschat en vanuit de hoogte (de ‘kansel’) toegesproken. Het Instituut scheen niet te beseffen dat gelovigen kritischer werden en dat deze met hun complexe vragen in de kou bleven staan.

Amper 50 jaar geleden zou bovenstaande ontmoeting doorgaan onder de titel: “een impressie van een episcopale audiëntie”. Niets van. Het werd een gemoedelijk gesprek tussen een gewone parochiaan en een minzame, niet-belerende maar bewogen geestelijke leider.

Een Herder en zijn schapen: bij het verlaten van de sacristie viel mijn oog toevallig op een oude afgebladderde schilderij welke dit bijbelse thema uitbeeldt. De Herder loopt naast en tussen de schapen, staat hen bij, waakt over hen, tilt de zwaksten onder hen op, toont én gaat samen met hen de te volgen Weg.  Een beeld van de Kerk 2.0? Anno… xxxx?

Marcel