Met kapucijner of parochiale voelsprieten in het leven: Sint-Jobstijdingen

SJTnMet een klik op het menublokje “Sint-Jobstijdingen”, zie ik dat het sinds juni 2017 geleden is dat het gelijknamige informatie-blaadje van onze lokale kerkgemeenschap Sint-Antonius werd rondgedeeld.In tegenstelling tot wat de naam laat vermoeden, werden onze Sint-Jobstijdingen jarenlang gebruikt om te informeren over parochiale activiteiten en gebeurtenissen, meestal goed nieuws dus! Er was ook plaats voor gedachtenspinsels uit het gewone dagdagelijkse leven gegrepen, met christelijke gevoeligheid en ook kritische blik van de schrijver op zichzelf of op de maatschappij.

Ruwweg zo’n 25-tal jaren geleden vond het ik reeds een verrassing om maandelijks tussen de briefwisseling, kranten en reclameboodschappen dat ene A4-tje te vinden. Ik begon te lezen. Eerst snel, diagonaal, gretig als ik was om te weten te komen waarover het deze keer ging. Daarna rustig, herlezend, alle fijngevoelige lagen trachtend te vatten.      

Het schrijven en ronddelen van de Sint-Jobstijdingen gebeurt ondertussen niet meer. En toch zijn er nog mensen die gevat, ontroerend, of beroerend hun ervaringen kunnen neerpennen. Zoals bijvoorbeeld een "nieuwe" parochiaan, Marcel. En dus, wie weet, krijgen we af en toe, vanuit het Patersbos, een nieuwe Sint-Jobstijding te lezen, maar nu via de website.

 

We zijn geen mens meer als we niet meer ontroerd kunnen worden” schrijft Willem Vermandere in één van zijn gebundelde brieven. Ooit vertelde deze Westvlaamse veelzijdige kunstenaar in een interview: ‘Ik hoop dat ik nooit het vermogen zal verliezen om tranen in mijn ogen te krijgen.’ Voor hem is dat is zo belangrijk. Het kan hem overkomen als hij een schoon stuk muziek hoort, onderweg vanuit de auto een landschap ziet, luistert naar het verhaal van iemand, een kathedraal binnenwandelt, voor een schilderij van Van Gogh staat. Er is zoveel geweldigs op de wereld waar hij energie uit kan putten.

Maar daartegenover staat de ergernis om de dwaze wereld, als hij geconfronteerd wordt met domheid, met wat er allemaal verkeerd loopt. Daar kan hij soms verstrikt in geraken. Jazeker, uit zo’n ergernis kan ook best iets goeds voortkomen, een protestlied bijvoorbeeld. Maar hij wil toch niet dat de ergernis het overheersende gevoel wordt in zijn leven.

Veel belangrijk vindt hij de deernis, de compassie met het mensdom. En hij besluit: “Misschien is dat het mooiste wat ik uit onze oude kerkliturgie heb onthouden: "Eleison, kyrie eleison..."

Tekst uit ‘Volle dagen.  Fragmenten uit mijn brieven’ van Willem Vermandere.

Merciful Father Image by Image by Sr. Maria Magdalena R
Heer ontferm u over ons ... tekening door Sr. Maria Magdalena R

P.S.: beluister zijn interpretatie van het Kyrie: warm aanbevolen!   

Marcel

 

Toekomst

Mogelijks was de voorganger die zondag in een ironische bui, hetgeen in het Aalsterse wellicht niet zó uitzonderlijk is, maar je kon zijn woorden moeilijk mis-verstaan. 

De twee volgende zondagen zal de uurregeling van de vieringen gewijzigd worden door de ceremonies voor de Vormelingen en Communicanten” klonk het in de micro.  Naast mij hoorde ik een ouder koppel al zachtjes zuchten.  En dan kwam hét : “Maar op het einde van de maand dan is het (=het kerkgebouw) de rest van het ganse jaar opnieuw voor de oudjes..”.  Dat was raak. Vormelingen en Communicanten beleven inderdaad hun ‘moment’ in deze meimaand.  Geestelijken, catechisten en andere vrijwilligers hebben maandenlang het beste van zichzelf gegeven tijdens de voorbereidingen.  Maar daarna??  Zaadjes van geloof, hoop en liefde hebben in een geseculariseerde maatschappij wellicht meer tijd nodig om tot bloei te komen..

Het zou echter naïef zijn deze laatste zgn. ‘postkatholieke’ decennia als uitzonderlijk te bestempelen.  “Kerkcrisissen zijn van alle tijden” schrijft Luk Van Maercke in zijn boek ‘Iedereen gelooft’. “Zelfs lang vóór Christus  worstelde het godsvolk met twijfels over de toekomst, zoals blijkt uit het Oude Testament”.  Hervormingen, tegenreacties, schisma’s.. de Kerkgeschiedenis bleef er inderdaad niet van gespaard. 

En tóch : “Blijf bij ons Heer, want het wordt al avond, en de dag loopt ten einde” klinkt Bach’s cantate in de Lutherse eredienst.  Ondanks de afscheuring nu 500 jaar geleden bleef het diepe Godsverlangen overeind.  In het midden van de liedtekst wordt echter de Mens voor zijn eigen verantwoordelijkheid gesteld : Liefde kan niet van één kant blijven komen.  Zij vraagt om een Antwoord. 

Marcel

“A la guerre comme à la guerre” liet viroloog Marc Van Ranst zich ontvallen bij het begin van de bruuske invoering van de strenge lockdownmaatregelen. Al te gemakkelijk werden deze beslissingen als bescherming tegen een ‘oorlog’ gebrandmerkt, weliswaar tegen een onzichtbare vijand.

In een opiniestuk van Tertio weerlegt filosofe D. van Brederode deze stelling: “We zijn gevangenen van een denkfout waarin het virus als een bedreigende, vernietigende vijand wordt gezien. Maar het virus doet dat niet met opzet, vanuit een wil tot macht. Het virus handelt niet vanuit wrede onmenselijkheid. Dàt kunnen alleen mensen. Het virus mag meedogenloos lijken, maar het weet helemaal niet wat mededogen is. Wij mensen weten dat wél”. Zij hoopt dat regeringsleiders maar ook journalisten en hoofdredacteurs zullen stoppen met dit ongepaste taalgebruik. Hier is geen sprake van oorlog want er zijn inderdaad geen doelbewuste misdadigers, frontlinies noch wapens. “Waar die wél zijn, dient dat te worden benoemd, aan het licht gebracht en vreedzaam ontmanteld” schrijft ze verder, “En dat alvorens we geloven dat oorlogen ook een soort virussen of natuurrampen zijn”… (uit Tertio, mei 2020)

Marcel - juni 2020

Ik zag hem duchtig de ruiten reinigen toen ik er langs fietste : een ex-collega die toevallig hetzelfde appartementsgebouw betrekt. Eigenlijk noem ik dit zijn tweede woonplek want het grootste deel van het jaar verblijft hij in Spanje. Altijd bruingebrand, maar dan écht.

Zondag = rustdag = naar de mis gaan

Al lachend riep ik hem toe : “Amaai.. en ’t is zondag vandaag!”. Het was er uit alvorens ik het goed en wel besefte. Een mens draagt zijn jeugd en opvoeding zijn hele leven mee: ‘Zondag = rustdag = .. naar de mis gaan..’.   Natuurlijk kan een mens evolueren evenals zijn omgeving zodat achteraf bepaalde standpunten en/of gewoontes verwaarloosd raken of genegeerd worden. Het omgekeerde geldt echter evenzeer : er zijn van die principes die je herontdekt of waarvan je nog feller overtuigd geraakt naarmate je ouder wordt! Dat ‘de zondag geen weekdag is’ is er bij mij zo eentje.  

Te horen aan zijn alerte reactie :”En gij, al naar de mis geweest?” kon hij het niet verhelen dat we beiden duidelijk tot dezelfde generatie behoren en in grote lijnen met dezelfde ideeën werden grootgebracht. Eerlijk, ik schrok van mijn eigen daaropvolgende prompte reactie : “Da’s zeker, gisterenavond!”. Meestal ga ik inderdaad op zaterdagavond naar de week-endviering in de nabijgelegen kloosterkerk.

Maar dat het bijwonen van de wekelijkse eucharistieviering tegenwoordig verre van evident geworden is, hoeft hier geen verder betoog. Het hele concept van de zevende dag uit het Scheppingsverhaal is voor mij echter onverbloemd ‘heilig’, ook in zijn meest seculiere betekenis.   Eén dag per week dat het leven even mag stilstaan : met totaal andere zaken bezig zijn of.. met niets! Al is dit laatste voor velen zo goed als onmogelijk en oorzaak van de zo gehate zondag-blues..

De zondagsmis heft meer te maken met rituelen en "samen vieren" dan met devotie

De zondagsmis : het heeft meer te maken met rituelen en ‘samen vieren’ dan met devotie. We kunnen niet zonder rituelen.   Verjaardagen vieren, bijzondere gebeurtenissen herdenken : ze zijn heilzaam voor lichaam en geest en doen ons bovendien gemeenschap vormen met anderen. Devotie zonder tastbare impact of uitzicht op “wat gij voor uw broeder doet” heeft meer weg van mentale zelfbevrediging. In het andere uiterste kan het zelfs verworden tot fundamentalisme want religie beleef je niet op je eentje. Toen een gewezen buurvrouw onverwachts nauwgezet de zondagsmis begon bij te wonen was dit van tijdelijke aard : van zodra de chirurg haar echtgenoot voor genezen verklaarde werd deze opflakkering van devotionele overgave voor haar opnieuw overbodig. Ronduit belachelijk of noem het beleefd : puur bijgeloof.

Niettemin geef ik eerlijkheidshalve toe dat er praktisch geen zondag voorbijgaat zonder dat ik me de vraag stel : “Wat doe ik hier eigenlijk?”. Mijn misbezoek verplicht me telkens weer naar de essentie te gaan. Reginald Moreels, al jarenlang chirurg in onmenselijke Afrikaanse toestanden, zei het nog onlangs : “Geloof en twijfel zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden”. Onze deken formuleerde het vorige week op deze manier : “Sommigen onder u zien deze viering als een zondagsplicht, anderen voelen de behoefte om hier wekelijks inspiratie en kracht uit te halen om hun leven zinvol en vruchtbaar uit te bouwen”.

Voor mij en voor al diegenen onder u die denken dat het gras elders steeds groener is schreef Guido Vanheeswijck, auteur van ‘Onbeminde gelovigen’ : “De gelovige weet dat hij geen pasklare antwoorden heeft maar voelt zich wel gedragen. De echte ongelovige is zeker dat hij niet gedragen wordt. En dat is overigens minstens even moeilijk als geloven”. …

Marcel - maart 2020

Opvallende teksten en markante spreuken sieren de wanden van menige huis-, woon- of werkkamer. De dagelijkse bewoners van de genoemde ruimtes gaan er meestal achteloos aan voorbij.  Niet de toevallige bezoeker die slechts sporadisch met deze hersenspinsels geconfronteerd wordt. Soms lijken deze woorden banaal, maar dat is niet altijd het geval.

BZN

Alhoewel ik er op jeugdige leeftijd enigszins meewarig kon over doen, heb ik de veelzeggende kracht van spreuken zoals deze van de Bond Zonder Naam o.a. gaandeweg leren waarderen. De verhelderende tekst op de keerzijde stemt onvermijdelijk tot nadenken. Enige woordspeling is de auteurs soms niet vreemd en waar dit de zeggingskracht ten goede komt, is er zeker niets mis mee.  Integendeel.

ENKEL een ‘GEZEGDE’?

Maar een uitgestalde tekst zegt ook iets méér dan alleen zijn feitelijke inhoud: hij ‘verraadt’ in zekere zin wat belangrijk is (of was) voor de betrokkenen. De woorden zijn de waardevolle uitdrukking van gevoelens, ervaringen, soms van trauma’s die huisgenoten ooit hebben beleefd, begeesterd, laat staan ondergaan.

Op een avond-rommelmarkt aan onze Belgische kust viel mij een op het eerste gezicht weinig originele tekst op.  Eenvoudig ingekaderd, klein van formaat:

ER ZIJN GEEN PROBLEMEN…  ER ZIJN (alleen) MENSEN…’ 

“Simpeler kan het niet”, was mijn eerste reactie…maar het liet me niet los. Zijn directheid en alleszeggende helderheid trokken me aan. Ik laveerde verder tussen een slecht ruikende hamburgertent en fel geurende oosterse wellness-standjes tot ik rechtsomkeer maakte en merkte dat het kadertje omgevallen was. Bezijden was een barst zichtbaar en de prijs was intussen gehalveerd. “Symbool van onze menselijke kwetsbaarheid” bedacht ik erbij. In de hall thuis heb ik het opgehangen. Het herinnert me aan een moeilijke periode op het werk waar het niet vlotte met een dwarse chef, een kerel waar praktisch iedereen mee botste maar die, om duistere redenen, lange tijd door hogerhand werd beschermd.

“MENSEN”…

“Waar mensen zijn, wordt ge-menst” zei een vroegere studiemeester smalend, maar hij wist voorzeker waar hij het over had. “Het zijn de mensen zélf die alles zo ingewikkeld maken” verduidelijkte hij. Ook ik denk dat soms. Kijk naar de sport: niemand ontkent de weldoende invloed en noodzakelijkheid van ‘bewegen’ maar de schandalen in de internationale voetbalwereld, de dopingaffaires in atletiek- en wielermiddens zijn door mensenhanden op touw gezet en verraden de oorspronkelijke zuiver positieve beweegredenen. Idem dito wat religie betreft: op zichzelf een uiterst waardevol reservoir aan verhalen, waarden, raadgevingen…maar door sommige leden van het Instituut zélf van zijn oorspronkelijke missie afgeleid. De actuele afschuwelijke excessen begaan in naam van een ‘godsdienst’ maken dit begrip heden ten dage zelfs haast onbespreekbaar.

'Er zijn geen problemen…er zijn mensen” is de eeuwige uitdaging van de mens om met zichzelf én de Andere in het reine trachten te komen'

mb