Ik zag hem duchtig de ruiten reinigen toen ik er langs fietste : een ex-collega die toevallig hetzelfde appartementsgebouw betrekt. Eigenlijk noem ik dit zijn tweede woonplek want het grootste deel van het jaar verblijft hij in Spanje. Altijd bruingebrand, maar dan écht.

Zondag = rustdag = naar de mis gaan

Al lachend riep ik hem toe : “Amaai.. en ’t is zondag vandaag!”. Het was er uit alvorens ik het goed en wel besefte. Een mens draagt zijn jeugd en opvoeding zijn hele leven mee: ‘Zondag = rustdag = .. naar de mis gaan..’.   Natuurlijk kan een mens evolueren evenals zijn omgeving zodat achteraf bepaalde standpunten en/of gewoontes verwaarloosd raken of genegeerd worden. Het omgekeerde geldt echter evenzeer : er zijn van die principes die je herontdekt of waarvan je nog feller overtuigd geraakt naarmate je ouder wordt! Dat ‘de zondag geen weekdag is’ is er bij mij zo eentje.  

Te horen aan zijn alerte reactie :”En gij, al naar de mis geweest?” kon hij het niet verhelen dat we beiden duidelijk tot dezelfde generatie behoren en in grote lijnen met dezelfde ideeën werden grootgebracht. Eerlijk, ik schrok van mijn eigen daaropvolgende prompte reactie : “Da’s zeker, gisterenavond!”. Meestal ga ik inderdaad op zaterdagavond naar de week-endviering in de nabijgelegen kloosterkerk.

Maar dat het bijwonen van de wekelijkse eucharistieviering tegenwoordig verre van evident geworden is, hoeft hier geen verder betoog. Het hele concept van de zevende dag uit het Scheppingsverhaal is voor mij echter onverbloemd ‘heilig’, ook in zijn meest seculiere betekenis.   Eén dag per week dat het leven even mag stilstaan : met totaal andere zaken bezig zijn of.. met niets! Al is dit laatste voor velen zo goed als onmogelijk en oorzaak van de zo gehate zondag-blues..

De zondagsmis heft meer te maken met rituelen en "samen vieren" dan met devotie

De zondagsmis : het heeft meer te maken met rituelen en ‘samen vieren’ dan met devotie. We kunnen niet zonder rituelen.   Verjaardagen vieren, bijzondere gebeurtenissen herdenken : ze zijn heilzaam voor lichaam en geest en doen ons bovendien gemeenschap vormen met anderen. Devotie zonder tastbare impact of uitzicht op “wat gij voor uw broeder doet” heeft meer weg van mentale zelfbevrediging. In het andere uiterste kan het zelfs verworden tot fundamentalisme want religie beleef je niet op je eentje. Toen een gewezen buurvrouw onverwachts nauwgezet de zondagsmis begon bij te wonen was dit van tijdelijke aard : van zodra de chirurg haar echtgenoot voor genezen verklaarde werd deze opflakkering van devotionele overgave voor haar opnieuw overbodig. Ronduit belachelijk of noem het beleefd : puur bijgeloof.

Niettemin geef ik eerlijkheidshalve toe dat er praktisch geen zondag voorbijgaat zonder dat ik me de vraag stel : “Wat doe ik hier eigenlijk?”. Mijn misbezoek verplicht me telkens weer naar de essentie te gaan. Reginald Moreels, al jarenlang chirurg in onmenselijke Afrikaanse toestanden, zei het nog onlangs : “Geloof en twijfel zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden”. Onze deken formuleerde het vorige week op deze manier : “Sommigen onder u zien deze viering als een zondagsplicht, anderen voelen de behoefte om hier wekelijks inspiratie en kracht uit te halen om hun leven zinvol en vruchtbaar uit te bouwen”.

Voor mij en voor al diegenen onder u die denken dat het gras elders steeds groener is schreef Guido Vanheeswijck, auteur van ‘Onbeminde gelovigen’ : “De gelovige weet dat hij geen pasklare antwoorden heeft maar voelt zich wel gedragen. De echte ongelovige is zeker dat hij niet gedragen wordt. En dat is overigens minstens even moeilijk als geloven”. …

Marcel - maart 2020