De honger werd groot...

Na lange weken van geduld kwam eindelijk het verlossende akkoord: “We mogen opnieuw samen eucharistie vieren.”

Het was net of de tijd stilstond...

Er waren alternatieven die onze volle waardering krijgen maar geen volwaardige vervanging kunnen zijn van het samen vieren in gemeenschap. Al die weken hoorden we her en der klokken van hoop luiden, kwamen mensen buiten om allen die in de frontlinie stonden een ruggensteun te geven, met handgeklap, wat muziek, een dankjewel om ons in deze moeilijke en bange tijd staande te houden. De kalender in de sacristie werd week na week opgeschoven maar kreeg geen invulling. Het was net of de tijd stilstond ... wat ook écht gebeurde met het uurwerk aldaar.

"Mag het echt? Durf ik het aan?"

We kregen een draaiboek… Wie zou dit in maart gedacht hebben, nadat we al menig eeuwen samen vieren in de kerk? Met wat overleg werden overtollige stoelen aan kant gezet zodat iedereen op veilige afstand van elkaar kan zitten. Aankopen werden gedaan om te ontsmetten en de wasmachine draaide een extra beurt. De telefoon van onze priesters stond niet stil met de vraag: “Mag het echt? Is het veilig, durf ik het aan?”. 

Dát Licht van Pasen dat we moesten missen, kwam ons tegemoet.

En toen was het zaterdag 13 juni 2020: daar gaan we! Wie gaat terugkomen? Zullen onze mensen dúrven terugkomen? Wie van hen is niet meer ….. en heeft de strijd verloren?
En ja: soms schuchter, of met enthousiasme, kwam men druppelsgewijs binnen. Even handen ontsmetten, een volgblaadje in ontvangst nemen en dan schroomvol de nieuwe aanblik van de kerk aanschouwen. Deken Marc vroeg om de Paaskaars van de standaard te halen want men zou met Christus’ Licht binnen komen. Wat een mooi, zinvol en aandoenlijk gebaar. Dát Licht van Pasen dat we moesten missen, kwam ons tegemoet.

Licht ontloken in donkere dagen,
Licht met liefde aangestoken,
Licht verschenen uit den hoge,
Licht dat opnieuw mag stralen in onze ogen, onstuitbaar niet te doven,
Licht wil ons zegenen en ons voorgaan van hart tot hart.

Hoe gewoon we het ook zijn om in de kerk te zitten, om voor te gaan, om lektor of zanger te zijn, het was toch weer even wennen: mondmasker op, mondmasker af, wat sproeisel en wat uitleg. En toch waren we samen als eenheid verspreid over gans de kerk, ook de voorste rijen werden benut en dit gaf ons zeker het gevoel dat we met heel veel waren, dat we hebben overwonnen wat ‘corona’ ons heeft aangedaan.
Onze Deken wenste ons proficiat omdat we er waren, omdat we het aangedurfd hebben. Een proficiat aan de vaders want het was dat weekend ook hun feest. Een proficiat met onze patroonheilige Sint-Antonius, want juist die dag was het zijn feestdag en hij kreeg dan ook een extra kaarsje gebrand voor de vele bekomen gunsten en uit dankbaarheid.

Hoe belangrijk een gelovige gemeenschap in ons leven kan zijn.

Na de viering hoorden we blijde klanken: "Het deed deugd, het was mooi, er is tevredenheid, het voelt goed". En toch moeten we voorzichtig blijven, niet roekeloos worden, want dit virus heeft nog geen vaarwel gezegd. Maar, misschien heeft het ons wel iets geleerd (en dat mogen we hopen): Hoe belangrijk een gelovige gemeenschap in ons leven kan zijn.